De bemaling van het Schermer is anders dan de meeste droogmakerijen in Noord-Holland. De molen, de Noord-Hollandse binnenkruier, werd door de meeste polderbestuurders als volmaakt beschouwd. Er zijn echter nog wel innovaties aangedragen, zoals een molen die door twee schepraderen aan te drijven, twee gangen tegelijk kon bemalen, maar deze bleken over het algemeen niet te voldoen.
Wel was er innovatie te bereiken op waterstaatkundig gebied. De waterstaatkundige situatie is in de Schermer in twee opzichten anders ten opzichte van de Beemster. Ten eerste is de Schermer uitgerust met een binnenboezem, voornamelijk bestaand uit de noorder- en de zuidervaart, met een aantal kleinere zijvaarten. Door dit systeem komen de poldermolens, de eerste trap in de bemaling, midden in de polder te staan en kon men kleine peilverschillen gemakkelijk opvangen. Dit is nergens anders in de Noord-Hollandse droogmakerijen toegepast.
Daarnaast zijn in de Schermer in plaats van losse gangen, een aantal maalcomplexen toegevoegd. Hierbij is er een groep van ondermolens die samen de binnenboezem bemalen in een tussenboezem. Die tussenboezem wordt weer bemalen door een volgende groep die het naar de volgende tussenboezem maalt.
Een groep bovenmolens maalt het water vervolgens uit in de Schermerboezem. Het grote voordeel van dit systeem is, dat als één molen uitvalt, de gang gewoon kan doorgaan. Bij een traditionele gang staan meteen alle molens stil, omdat ze geen water meer krijgen of omdat ze hun water niet kwijt kunnen. Dit systeem was al geprobeerd in de Beemster, maar deze had het systeem niet volledig geïmplanteerd: pas bij de Schermer is dit volledig toegepast.
In de Schermer stonden twee van deze grote maalcomplexen,
- de 'Noordkust' tussen Schermerhorn en Ursem, en
- de 'Zuidkust' bij Driehuizen.
Deze beide complexen bestonden uit 5 onder-, 5 midden- en 6 bovenmolens, samen een molengang. De extra bovenmolen was om het peilverschil in de Schermerboezem op te vangen, waardoor ze soms wat zwaarder moesten werken.
Daarnaast was er bij Schermerhorn een kleine gang van 2 onder-, 2 midden- en 2 bovenmolens. Deze gang maalde gewoon mee, maar kleine experimenten ter verbetering werden altijd eerst op deze gang uitgevoerd.
In het totaal waren er dus 16 + 16 + 6 = 38 molens betrokken bij het leegmalen van de binnenboezem.
De Schermer was daarnaast opgedeeld in 14 afdelingen, met elk een eigen poldermolen. Dat bracht het totaal van binnenkruiers op 52 molens.
Daarnaast was er in het Schermeer ook een klein eilandje, de Matten, die door de droogmakerij een onderbemaling nodig had. Hiervoor is toen een klein wipmolentje gebouwd.
Bron: Wikipedia